Er zijn nog geen producten in jouw winkelwagen geplaatst.
Anukoo
Deze eigentijdse Fair Fashion is gemaakt van biologisch katoen en draagt de keurmerken GOTS en Fairtrade. Het biologische katoen is afkomstig van kleine katoenboeren uit India van de Chetna Organic Farmers Association. De textielproductie vindt ook plaats in India bij het familiebedrijf Rajlakshmi Cotton Mills LTD. Dit is een sociaal en ecologisch duurzaam bedrijf dat multi-gecertificeerd is: SA8000, Fairtrade en GOTS.
Het kledingmerk Anukoo
Anukoo is een kledingmerk van EZA Fairer Handel - illustreert de uitdaging waar het om gaat: niet alleen de slip moet passen, maar ook de omgeving waarin deze is gemaakt. Ontwerp en productieomstandigheden zijn even belangrijk. EZA brengt hedendaagse stijlen en vertelt de verhalen achter de producten. De werkwijze is eerlijk en respectvol voor de producenten, beschermt het milieu en is transparant.De gehele katoencollectie is gecertificeerd volgens de normen van G.O.T.S. (Global Organic Textile Standard) en gemaakt van Fairtrade gecertificeerd biologisch katoen. De belangrijkste leverancier van het katoen is de Indiase organisatie Chetna Organic Farmers Association.
Voor de productie werkt EZA samen met de Indiase kledingfabrieken Rajlakshmi Cotton Mills en Creative Handicrafts. Zowel EZA als de handelspartners werken volgens de 10 principes van de WFTO-World Fair Trade Organization.
EZA Fairer Handel
EZA Fairer Handel is de grootste eerlijke handelsorganisatie van Oostenrijk. EZA drijft sinds 1975 alternatieve handel die achtergestelde producenten in landen in het Zuiden helpt hun levens- en arbeidsomstandigheden te verbeteren. De producten weespiegelen de competentie en creativiteit van de handelspartners en staan voor respect voor mens en natuur. Naast kleding onder het merk Anukoo, wordt koffie en andere levensmiddelen aangeboden, biologische cosmetica onder het merk Biosfair en handnijverheid. De producten komen van ca. 140 partnerorganisaties uit meer dan 50 landen in Afrika, Azië, Latijns-Amerika en het Midden-Oosten.EZA zet zich ook in voor meer rechtvaardigheid in de handel. Door informatie- en educatiewerk wordt het bewustzijn over de wereldwijde economische relaties en de oneerlijke handelsstructuren vergroot en gewezen op concrete mogelijkheden om het anders te doen. Door samenwerking en door actief te zijn in netwerken wordt fair trade verder ontwikkeld en wordt er gewerkt aan het veranderen van de oneerlijke structuren in de internationale handel. Als lid van EFTA -European Fair Trade Association- en WFTO -World Fair Trade Organization- is EZA een actief onderdeel van het internationale fair trade-netwerk. Verder is EZA is lid van de Climate Alliance-operatie en van de Clean Clothes Campaign.
Katoen uit India
India is, na China, de op één na grootste textielexporteur ter wereld. Met 17% van de exportopbrengsten is de textielindustrie een van de oudste en belangrijkste van het land. Vanaf de teelt van katoen tot de verwerking worden 45 miljoen mensen tewerkgesteld. De textielsector is de tweede belangrijkste werkgever in India na de landbouw. Bovendien kent de textielindustrie een sterke groei. Om de productiekosten te verlagen en de invloed van de vakbonden te verminderen, worden steeds meer productiestappen uitbesteed aan de informele sector. Momenteel werkt al 90% van de textielarbeiders in India in de informele sector. In de grote spinnerijen voldoen de arbeidsomstandigheden aan de wettelijke normen, maar bij de onderaannemers zijn de arbeidomstandigheden meestal onmenselijk (hoge werkdruk, buitensporige, vaak onbetaalde overuren, lage lonen) en is er een gebrek aan sociale zekerheid. Bovendien zijn minder dan 5 procent van de werknemers lid van een vakbond en worden deze vaak onderdrukt door het management van de fabrieken.Ook in de katoenteelt speelt India een belangrijke rol. Met 11,6 miljoen hectare bebouwde oppervlakte, heeft India een van de grootste arealen voor katoen in de wereld, waarvan 95% genetisch gemodificeerd is. Bij intensieve katoenproductie gaat het om een grootschalige monocultuur met de inzet van grote hoeveelheden chemicalieën en een heel hoog waterverbruik. Zo wordt in India 60% van alle pesticiden op katoenvelden gebruikt. De gevolgen voor mens en milieu zijn desastreus.
De arbeidsomstandigheden op de katoenvelden in India zijn slecht: volgens Unicef werken 220.000 kinderen jonger dan 14 jaar op de katoenvelden; slechts enkelen gaan naar school. De organisatie waarschuwt verder dat werken op het veld niet alleen uitputtend maar ook gevaarlijk is. Er worden overvloedig pesticiden gebruikt die hoofdpijn, duizeligheid, huiduitslag en kortademigheid veroorzaken. De betaling is slecht. De werknemers worden meestal voor het seizoen ingehuurd en hebben geen sociale zekerheid. Tegen deze achtergrond is de Nederlandse ontwikkelingsorganisatie Solidaridad International gestart met de ontwikkeling van een geïntegreerde textielketen vanaf de katoen op het veld via het spinnen, weven en breien, verven en kleding maken tot het eindproduct, een keten die zowel op sociaal als op ecologisch gebied duurzaam is. Belangrijke partners in dit project zijn de Chetna Organic Farmers Association en de fabriek Rajlakshmi.
Chetna Organic Farmers Association
Het begon allemaal in 2004 met het Chetna Organic Cotton Project waarbij 234 producenten uit Andra Pradesh betrokken waren. Het doel van het project was om de levensstandaard van kleine katoenproducenten te verbeteren door over te schakelen op biologische landbouw. Bij biologische landbouw hoeven er geen dure chemicaliën gekocht te worden en het levert op korte termijn hogere opbrengsten en betere prijzen op. Producenten behalen momenteel tot 60% hogere prijzen voor hun organische katoen (in vergelijking met conventionele katoen). Daarnaast is biologische landbouw goed voor de gezondheid van de producenten en voor de voedselsituatie. Bovendien hebben de producenten een actieve rol binnen de productieketen en participeren in democratische processen.In juli 2007 werd de Chetna Organic Farmers Association opgericht die de kleine katoenproducenten vertegenwoordigt. Momenteel heeft Chetna ongeveer 40.000 leden in elf districten van de staten Andhra Pradesh/Telegana, Maharashtra en Odisha. Chetna is zowel biologisch als Fairtrade gecertificeerd en was de eerste Indiase katoenproducentenorganisatie die werd opgenomen in het Fairtrade Register. Het katoen van ongeveer 8.700 boeren is biologisch gecertificeerd en fairtrade, de rest is in omschakeling.De leden van Chetna hebben meestal tussen één en drie hectare land. Ze doen allemaal aan biologische landbouw. Kunstmest en pesticiden worden niet gebruikt. Bemesting wordt gemaakt met de mest van vee, ongedierte wordt op een natuurlijke manier bestreden, bijvoorbeeld met stoffen die afkomstig zijn van de bladeren van de neemboom. Deze bladeren bevatten een natuurlijk insecticide en fungicide en worden ook gebruikt als meststof. Neem bomen groeien snel en zijn geschikt als brandhout, hun schaduw koelt de omgeving af en hun wortels beschermen de bodem tegen erosie. Het biologisch katoen wordt met de hand geoogst. Dus giftige ontbladeringsmiddelen die schadelijk zijn voor mens en milieu zijn niet nodig. De leden van Chetna worden voorzien van biologische zaden; tegelijkertijd worden boeren in staat gesteld om hun eigen zaad te telen.
De helft van het landbouwareal wordt voor de katoenteelt gebruikt, de rest voor de eigen voedselvoorziening. Hier groeien o.a. allerlei peulvruchten (vooral linzen), rijst, maïs, gierst, sojabonen, paprika’s en bananen. Het veldwerk wordt gedaaan met ossen en met de hand. Tijdens het oogstseizoen worden extra helpers gecontracteerd. De katoenteelt vindt plaats zonder kunstmatige irrigatie, dat wil zeggen alleen met verbeterde methoden voor het opvangen van regenwater.
Voor de katoenboeren van Chetna betekent de combinatie van Fair Trade en biologische landbouw, onder andere betere prijzen en toegang tot premies die gebruikt worden voor de gemeenschapsprogramma's. Daarnaast worden de kleine boeren door consultants ondersteund bij de marketing van hun product, bij de omschakeling naar biologische landbouw en bij het duurzaam milieubeheer van hun land.
Rajlakshmi Cotton Mills LTD, textiel van biologisch katoen
Het familiebedrijf Rajlakshmi werd aan het begin van de zeventiger jaren in Kolkota opgericht.In 1990 nam Rajat Jaipuriaj het management en de mede-eigenaarschap over van het familiebedrijf en werkte aan een ecologisch en sociaal verantwoordelijke beleid. In 1995 begon Rajlakshmi katoen tot kleding te verwerken. Sinds 2004 zijn er contacten met de Chetna-boeren, en in 2006 werd een strategische samenwerking aangegaan tussen de katoenproducenten Rajlakshmi en Solidaridad International. Vandaag hebben de door Chetna georganiseerde katoenproducenten een aandeel van 10% in Rajlakshmi. Omgekeerd bezit Rajlakshmi ongeveer 30% van de aandelen van Chetna. Door deze samenwerking zijn de katoenproducenten op de lange termijn verzekerd van een afname van hun productie tegen rendabele prijzen.
Rajlakshmi omschrijft zichzelf als een sociaal en ecologisch duurzaam bedrijf en verwerkt als zodanig alleen biologisch katoen of katoen in conversie. In haar MVO-beleid heeft het bedrijf zich gecommitteerd aan uitgebreide verbeteringen. Deze zijn gebaseerd op de Millennium Development Goals van de VN en de sociale normen van de "Clean Clothes Campaign" (CCC). De naleving van de internationale arbeids- en sociale normen wordt extern gecontroleerd. Rajlakshmi is een multi-gecertificeerd bedrijf: SA8000, Fairtrade, GOTS (sinds 2008) en Fairtrade USA (sinds 2012). Er werd een eigen "Gedragscode voor leveranciers" ontwikkeld, die ook onderaannemers verplicht om te voldoen aan sociale en milieunormen.
Vandaag werken ongeveer 1.000 overwegend mannelijke werknemers in de vier fabrieken van Rajlakshmi in Kolkata en Noida (in de buurt van New Delhi). Tussen 5 en 10 procent zijn vrouwen die in de administratie, kwaliteitscontrole en verpakking werken. Alle werknemers zijn permanent in dienst, hebben een goed loon, goede arbeidsomstandigheden en hebben naast de wettelijke sociale voordelen nog vele andere voordelen. Zo dekt Rajlakshmi de kosten van de scholing van de kinderen van de werknemers, betaalt huisvestingssubsidies, subsidieert het eten in de kantine en betaalt het transport naar het bedrijf. De werknemers hebben een ziektekostenverzekering, die ook voor hun partner en kinderen geldt. Opmerkelijk is de hoge mate van organisatie van de werknemers. Alle werknemers behoren tot een van de drie in het bedrijf vertegenwoordigde vakbonden.

Geen producten